Het boek van Peter R. de Vries heb ik een keertje gekocht op een rommelmarkt. Een paar jaar lag hij in de kast totdat ik em pasgeleden ging lezen. Het boek bevat verschillende korte verhalen en belevenissen van misdaadjournalist Peter R. de Vries. 

20150729 alleen huilebalken hebben spijtDe auteur heeft behoorlijk veel lef en is doortastend. In het boek wordt regelmatig kritiek geuit op het Nederlandse justitie en de onkunde / fouten van de Nederlandse politie tijdens belangrijke (moord)zaken. De hoofdstukken bestaan uit smaakmakende columns en geruchtmakende moordzaken. Het boek trapt af met het verhaal over de ontvoering van de biermagnaat Heineken. En eindigt met het lokaliseren van de ontvoerder van Heineken, Frans, die op dat moment een tweede leven leeft. Hij is getrouwd, heeft drie kinderen en is toegewijd evangelisch christen in Paraguay.

Bij mijn (Peters) vertrek houdt Frans mij bij de buitendeur staande; ‘wacht even.’ Hij vouwt zijn handen en sluit zijn ogen. Zijn vrouw Maria doet hetzelfde. Hij bidt: ‘Weest u zo goed en begeleidt u deze man op zijn verre reis naar huis, opdat hij behouden bij zijn vrouw en kinderen aankomt. En schenkt U Peter de wijsheid dat te doen wat hij moet doen.’ (pag. 273)

Het mooiste avontuurlijke verhaal staat in het midden van het boek en gaat over Kapitein Willem Merk. Ik heb het spannende waargebeurde verhaal voorgelezen aan mijn oudste twee zonen. Willem ontsnapte uit een oude gevangenis van het eiland in de Atlantische oceaan, 2800 km ten westen van de Afrikaanse kust.

Sint-Helena, het eiland waar Napoleon zijn laatste dagen heeft gesleten, geldt als een eiland waarvandaan men onmogelijk kan ontsnappen. Toch is het niet zo heel lang geleden iemand gelukt. In 1990 werd de 60 jarige Nederlandse kapitein Willem Merk betrapt op het vervoeren van 5000 kg Hasj en op Sint-Helena in de gevangenis gegooid. Willem deed er twee jaar over om alles voor elkaar te krijgen voor zijn ontsnapping. In de werkplaats wist hij namaaksleutels te fabriceren, waarmee hij de deuren van de gevangenis kon openen en hij wist precies wanneer de bewakers wel of niet aanwezig waren. Zo maakte hij geregeld nachtelijke uitstapjes. Zijn dictafoon gebruikte hij om snurkgeluiden op te nemen om de bewakers te misleiden. Uit de bibliotheek jatte hij een bladzijde uit een atlas met een kaart van de Atlantische Oceaan.

Hij ontsnapte, maar was zo uitgeput dat hij na 100 meter bijna flauwviel en strompelde terug naar zijn cel, gelukkig had niemand hem ontdekt. Hij ging krachttraining doen om zijn lichaam sterker te maken voor de overtocht. Hij overwoog een jacht te stelen, maar bedacht dat dat direct ontdekt zou worden en dat de kustwacht hem snel zou inhalen. Hij vond een handlanger die hij voor 100 pond een vlot-bootje in elkaar liet flansen met een bamboestok als mast en een dekzeiltje als zeil.

Met een opgespaarde voorraad droog voedsel en een flinke hoeveelheid flessen met water ontsnapte hij, op zijn lichaam geld en enkele documenten geplakt. Hij hield zich twee dagen verbogen op het eiland en verliet ’s nacht het eiland en zette met de stroom mee koers naar Brazilië, 4500 kilometer verderop. In een storm verloor hij zijn pet, waardoor de zon hem daarna genadeloos roosterde. 22 dagen lang dobberde hij in zijn vlot rond en ging op een gegeven moment uit gekkigheid kinderliedjes zingen en hallucineerde/droomde van winkelstraten in Amsterdam.

Uitgeput landde hij in Brazilië, waar hij zijn bootje vernietigde en zich op het strand liet vinden door een vrouw die hem verpleegde en voedde. Daarna reisde hij naar de hoofdstad Brasilia, waar hij op de Nederlandse Ambassade zijn zonden opbiechtte. Aangezien hij al langer in de gevangenis had gezeten dan de straf voor hetzelfde vergrijp in Nederland geduurd zou hebben, werd hij niet uitgeleverd. In plaats daarvan kreeg hij een nieuw paspoort en een ticket naar Nederland.

Inmiddels is de ontsnapte kapitein overleden.

Alleen huilebalken hebben spijt | Peter R de Vries | 288 pag. | ISBN: 9026122292

Reageren