Op de eerste dag van het nieuwe jaar heeft deze vader weer gestoeid met zijn zoons. Maandelijks stoeien we op de mat en in de zomer op de trampoline. Tot nu toe is vaders nog steeds het sterkste, worden er wat oerkreten gebrald en heel wat gelachen (en soms gehuild.)

Met vier jongens in huis is stoeien een must. Vaak vragen ze er zelf om en niet altijd heb ik zin, maar het is een goede manier om de energie voor hen en mij kwijt te raken. Volgens Wikipedia (en die kan het weten) komt er door het intense fysieke contact hormoonstoffen zoals adrenaline, endorfinen en dopamine vrij en wordt de onderlinge familie- of vriendschapsband versterkt.

En dat is niet alles; de motoriek verbetert, grenzen worden opgezocht én vastgesteld vanuit een veilige/vertrouwde omgeving. Sociale vaardigheden worden aangeleerd zoals verbale en non-verbale communicatie.

Wat mag er zoal? Duwen, trekken, vasthouden, kietelen, lachen en met kussens slaan.
Wat mag er niet: Bijten, krabben, slaan, stompen, schoppen, schelden, wurggrepen.f
Wat voor spelletjes doen we?!

  1. Papa is een paard en de kinderen zitten op hen. Het paard steigert, bokt en de inderen moeten er niet vanaf vallen.
  2. Vliegtuigje spelen (papa ligt op z’n rug met de benen omhoog) op de benen rust het kind in liggende houding.
  3. Op papa’s buik staan en dan balanceren (en commando’s nadoen).
  4. Papa ligt op de buik en de kinderen houden hem in de houdgreep. Als ze roepen ‘de filistijnen over u’, probeert papa los te komen.
  5. de kinderen liggen op de grond en papa ligt er bovenop. De kinderen proberen aan papa’s greep los te komen, terwijl hij tot tien telt.

Volgens de krant nrc is het ook belangrijk dat de volwassen stoeier, de regels bepaald. We stoeien niet te lang en stoppen op het hoogtepunt. Soms als het uit de hand loopt dan stoppen we abrupt. Soms huilt er iemand en wordt er tijdens het stoeien getroost, vaak wordt er al weer snel gelachen. Zorg voor een veilige stoei-omgeving van 4 m2. Meubels aan de kant en een dik tapijt op de vloer. Veel stoeiplezier!

Fotocredits NRC