7keer7In de kwalitatieve internetkrant de correspondent kreeg ik een artikel onder ogen voor een nieuw soort christendom. De zeven beste en meest verrassende pragma’s – geen dogma’s – om de goede kanten van het eeuwenoude christendom nieuw leven in te blazen.De zeven op een rijtje; interessant om eens te lezen…

  1. Stop met geloven (en word een leerling)
  2. Stop met gastvrijheid (en word een gast)
  3. Stop met de kerk (en ontmoet elkaar)
  4. Stop met de marketing (en word radicaal eerlijk)
  5. Stop de show (en word eens stil
  6. Stop met de hemel (en begin hier op aarde)
  7. Stop met bluffen (en omarm de postmoderne tijd)

1: Stop met geloven (en word een leerling)

Een geloof verdeelt de wereld in aanhangers en afvalligen, in proselieten en onbekeerden, in gelovigen en heidenen. Je hoeft het nieuws maar aan te zitten of je ziet wat een ellende daarvan komt. De soennieten en de sjiieten doen in Irak de stammenstrijd tussen Europese katholieken en protestanten (ofwel de Tachtigjarige Oorlog) in feite nog eens dunnetjes over.

Wat als we onszelf nu eens als leerlingen beginnen te zien? Christen zijn wordt dan iets heel anders dan bij elkaar afvinken of we de juiste dogma’s aanhangen, en pas bij voldoende vinkjes de ander als geloofsgenoot accepteren.

In feite is het leerlingidee een terugkeer naar het allereerste begin. Jezus zelf zei niet ‘Geloof in mij’, maar ‘Word mijn leerlingen’. Hij vroeg niet om geloof in allerlei dogma’s, maar om vertrouwen in zijn persoon. Leren, volgen en vertrouwen dus in plaats van geloven.

2: Stop met gastvrijheid (en word een gast)

Als je Jezus tweeduizend jaar geleden zou volgen, zat je voor je het wist bij de meest dubieuze figuren aan tafel. Dat is precies wat zijn tijdgenoten hem verweten. Zo gebruikte hij op een keer de maaltijd met ene Zaccheüs, die erom bekend stond belastinggeld te gebruiken voor zijn eigen gewin. Het type bankmanager, zeg maar.
Jezus volgen is dus niet de ander te gast vragen en laten leven volgens de regels van jouw huis, maar aanschuiven bij die ander en je voor hem openstellen. Gast durven zíjn, in plaats van gastheer. Je vooroordelen thuislaten en de atheïst, de pedofiel, de bankdirecteur, de salafist, of wie je ook maar voor je hebt, recht in de ogen kijken.

Het Nederlandse christendom is nog té veel bezig met de volgende vraag: komen we wel op een goede manier over? Christenen willen niemand voor het hoofd stoten, en verzanden zodoende in gemeenplaatsen die zo inwisselbaar zijn dat ze letterlijk het ene oor en het andere uit gaan. Of ze uiten juist zulke rabiate teksten, dat je ze nauwelijks meer serieus kunt nemen.

Maar wie Jezus volgt, in een cultuur als de onze, wordt controversieel zonder de controverse te zoeken. Niet door de meningen die je verspreid, maar door de mensen bij wie je eet.

Een concreet idee: wat als honderd gelovigen eens bij hun eigen bankmanager aankloppen? Misschien gebeurt dan wel hetzelfde als met Zaccheüs in het bovengenoemde verhaal gebeurde. Hij raakte zo onder de indruk van Jezus dat hij uit schaamte voor zijn zelfverrijking alles in viervoud aan de samenleving teruggaf.

3: Stop met de kerk (en ontmoet elkaar)

Christenen zijn drukke mensen. Alleen al het onderhouden van een kerkgebouw kan eindeloos veel werk kosten. En over ieder detail van het kerkelijk worden zorgvuldig stapels nota’s en discussiestukken opgesteld. Het gaat iedere gelovige aan het hart, en dus doet ieder klein detail ertoe.

Het gevolg: voor je het weet ben je kerkje aan het spelen, en maakt het weinig uit of je in het bestuur van een voetbalclub of in dat van een gemeenschap van gelovigen zit.

Wat te doen? Zet je kerkgebouw op Marktplaats, verkoop de grond, de bezittingen, geef alles aan de armen en begin met improviseren. Kom bij elkaar thuis, huur eens een sporthal, houd een hagepreek op de hei of organiseer een zondagse polonaise in een verzorgingshuis.
Goed, misschien is dit voor sommigen een brug te ver. Verkoop dan in ieder geval de kerk in je hoofd. Of doe eens een jaar zonder doordeweekse vergaderingen. Behoud al het goede van 2000 jaar lichaam van Christus, maar besteed je tijd en geld aan mensen, niet aan een instituut.

4: Stop met de marketing (en word radicaal eerlijk)

Christenen vertellen graag over wonderen, overwinningen en successen. Lammen die weer gaan lopen, blinden die weer gaan zien, kerken die op sterven na dood waren maar weer tot bloei gekomen zijn. Samen voeden al deze verhalen de marketingmachine die de kerk in leven houdt.

Maar: zo werkt het leven natuurlijk niet altijd. Kies in plaats daarvan voor radicale eerlijkheid. Over twijfels, pijn, ongeloof en niet-begrijpen. Over de pieken en de dalen. Laat in iedere kerkdienst de naakte waarheid centraal staan. Maak de kerk tot een plek waar iedere brokkenpiloot, slechte ouder, mislukte carrièretijger en ontspoorde puber zich vrij voelt om z’n verhaal te vertellen en te ervaren wat het betekent een tweede (of derde, of vierde) kans te krijgen.

In zijn bijdrage aan de avond in Eindhoven bracht woordkunstenaar Skinfiltr8r dit idee krachtig onder woorden:

Spokenwordkunstenaar Skinfiltr8r bracht tijdens de 7keer7-avond in Eindhoven zijn gedicht ‘Church of fuck-ups’ ten gehore.

5: Stop de show (en word eens stil)

Vergeet de lichtshow, de fraaie prezi’s, de strakke gospelbands en de tot in detail uitgewerkte preken. Een kerk is er voor gemeenschap met elkaar, niet voor informatie-overdracht. En het christendom wordt ook niet per se geloofwaardiger van strak geregisseerde liveshows vol BN’ers, zoals The Passion.

Als de show ophoudt, dan kun je leren luisterenen. Naar de atheïst, moslim, ietsist, boeddhist, of je buurman. Zonder meteen te zoeken naar tegenargumenten. Of, ook een idee, zoek de stilte. Christenen hebben al genoeg namens God gezegd. Misschien kan God ook eens zonder woordvoerders van zich laten horen.

6: Stop met de hemel (en begin hier op aarde)

Eeuwenlang was het een slimme manier om gelovigen aan je te binden. Je vertelde ze simpelweg dat ze alleen door zich bij de kerk aan te sluiten een ticket voor de hemel konden bemachtigen.

Maar het leven vóór de dood? Daar hadden christenen het maar niet te veel over. Als je maar netjes de sociale codes van je tijd volgde, dan zou het wel goed komen. Terwijl: als je leest wat Jezus eigenlijk leerde, is het eigenlijk precies andersom. De hemel was volgens hem geen vlucht uit de aardse werkelijkheid, maar iets wat al in het hier en het nu begon.

We kunnen kortom beter gaan tuinieren of aan iets moois beginnen te bouwen, dan eindeloos prakkiseren over wie er nu wel en niet in een hemel hierna komt. Geloof is geen ticket naar een hemel ver weg, maar een opleiding voor de hemel hier.

7: Stop met bluffen (en omarm de postmoderne tijd)

Wat willen we nu? Meer stilte én meer uitgesproken stellingnames tegen maatschappelijk onrecht. Meer mystiek én meer concreet uitgeleefd geloof. De richtingaanwijzers lijken alle kanten tegelijk uit te wijzen.

Dat klopt, maar dat is helemaal niet zo erg. Als het christendom de postmoderne tijd leert omarmen, zal zij eindelijk afscheid kunnen nemen van verhalen die van a tot z kloppen, en helemaal sluitend moeten zijn. Van gesloten, geharnaste wereldbeelden, die vaker beknellen dan bevrijden. Niemand hoeft dan meer de schijn op te houden van het zeker weten.

Of, zoals Trouw-journalist Stevo Akkerman het in zijn bijdrage aan 7keer7 in Haarlem zei: dan kunnen we het heiligdom van het ‘zeker weten’ verruilen voor ‘heiligdommen van onvoorstelbare barmhartigheid’.

Maar waar vind je dat nieuwe christendom dan, vraagt u zich dan af? Kleine en grote initiatieven springen overal als paddestoelen uit de grond. Nu de kerk als instituut op zijn retour lijkt, keert het juist op onverwachte plaatsen in nieuwe gedaanten terug.

En ook het bolwerk van het oude christendom, het Vaticaan, is intussen niet meer wat het geweest is. De enige Argentijn die u in de aanloop naar de wedstrijd van morgen kunt vertrouwen, Paus Franciscus I, belichaamt oud als hij is – 77 – misschien wel bij uitstek de troeven die het christendom voor de toekomst in handen heeft.

Bron: de correspondent.nl en 7keer7.nl

TOEVOEGING: Later las ik een kritische, maar goed verwoorde reactie op het 7keer7 verhaal. Daaruit blijkt dat geloven geen formule is of dat zeven stelregels helpen.

 

 

Reageren